top of page
  • Foto van schrijverNicolas de Pape

Perfectionisme als opstapje naar burn-out?

Bijgewerkt op: 2 dec. 2022

De hang naar perfectie die veel artsen in zich hebben, zet hen ertoe aan hun grenzen steeds te verleggen. Niet zelden loert burn-out dan om de hoek. Een gesprek met psychiater Caroline Depuydt, diensthoofd in de Brusselse Clinique Fond'Roy.


Caroline Depuydt sits on sofa hands folded and looks at the camera.
Caroline Depuydt: “Statistisch gezien komt burn-out niet meer voor bij vrouwen dan bij mannen, en zijn wij ook niet meer of minder perfectionistisch. Maar de mentale belasting bij vrouwen is nog steeds niet dezelfde als bij mannen.” © Thierry Stickaert

Zorgpersoneel en artsen worden soms tot het uiterste gedreven, klinkt het in de sector. Wat vindt u daarvan?

Als arts krijg je vanaf het begin van je opleiding met dwangmatigheden te maken, vanuit de maatschappij, maar ook vanuit jezelf. Als je de geneeskundestudies aanvat, luidt het: “Je moet een goede arts zijn, opgeleid, performant, toegewijd, je moet kwaliteitsvolle zorg verstrekken en daarvoor alles in het werk stellen.”

Dat is een soort van ‘bevel’ vanuit de maatschappij, dat nog versterkt wordt door onze eigen inborst. Je wil ‘een goede arts’ zijn, toegewijd aan je patiënten. Dat leidt ertoe dat we enorm veel werken. We hebben het moeilijk om onszelf limieten op te leggen. Als we moe zijn, kunnen we dat maar moeilijk aanvaarden, net door die dwangmatigheden. Je stelt jezelf dan in vraag: “Als ik moe ben, betekent dat dat ik mijn beroep niet graag genoeg doe. Dat ik me niet kan toewijden.”

Er is sprake van schaamte en ontkenning. De maatschappij verwacht dat een arts zijn werkuren niet telt. Je moet er staan in geval van nood. De zorgcontinuïteit is heilig. Door dat alles heb je als arts de neiging om jezelf te vergeten, en zo je limieten te overschrijden. Je vergeet dat je een mens bent. Dat kan tot een burn-out leiden.

Maar om voor je patiënten te kunnen zorgen, moet je toch uitrusten en voor jezelf zorgen?

Uiteraard. Je neemt wel een pauze, je bent met je kinderen bezig, je gaat tennissen... Maar altijd blijft dat een excuus: je doet dat om beter voor je patiënt te kunnen zorgen. We proberen dat te normaliseren, om aan die dwangmatigheid tegemoet te komen. Je zegt tegen jezelf: “Ik doe dat niet voor mij.” Terwijl een goede arts net iemand is die rust moet nemen. Ik ben beginnen te beseffen dat zelfs die dimensie problematisch is. Want ze voedt de dwangmatigheid dat je performant moet zijn en gaat voorbij aan het feit dat artsen ook behoeften en limieten hebben.


‘Het probleem van de artsen in onze huidige samenleving is dat er geen einde komt aan de druk'

Heeft die druk dan geen positieve kant die ons moet helpen om performanter te worden en perfectie na te streven, zoals het een arts betaamt?

De vraag is: tot op welke hoogte is druk een privilege of een factor voor performantie? Ons stress-systeem is voorzien om kort en intens in actie te schieten en is gemaakt om ons tot performantie aan te zetten. Denk maar aan onze voorouders, de jagers-verzamelaars, in de steppe, achtervolgd door een dier… Zij hadden er alle belang bij dat hun stress-systeem op een intensieve manier in actie schoot. Het probleem van de artsen in onze huidige samenleving is dat er geen einde komt aan de druk. Dat is afmattend. Druk moet ons ondersteunen, maar mag ons niet overspoelen. Het taboe geraakt nu gelukkig stilaan doorbroken. We geven onszelf daartoe de toestemming. “Het is OK om onder druk te staan, om voor jezelf te zorgen…” Dat betekent niet dat we minder performant worden, integendeel.

Denkt u dat u zelf risico loopt?

Eigenlijk wel. Als vrouw, arts en psychiater, heb ik de neiging om de dingen goed te doen, om mij toe te wijden, om mijn grenzen enigszins opzij te schuiven. De covidcrisis was voor de zorg een enorme destabiliserende factor. Na de pandemie zat ik in een voorstadium van burn-out, ik was de pedalen kwijt. Ik had het gevoel dat ik te veel had gegeven terwijl ik wist dat ik tijd voor mezelf moest maken. Nu neem ik die tijd. Voor mij alleen. En ik sta des te sterker in mijn beroep. Als ik nu op vakantie ga, stel ik een automatisch antwoord in voor mijn e-mails, wat ik voordien niet deed…

Is het niet zo dat vrouwen er meer mee te maken krijgen als ze een machtspositie bekleden? Omdat ze denken dat ze meer moeten doen om zich te bewijzen dan hun mannelijke collega’s?

Statistisch gezien komt burn-out niet meer voor bij vrouwen dan bij mannen, en zijn wij ook niet meer of minder perfectionistisch. Maar de mentale belasting bij vrouwen is nog steeds niet dezelfde als bij mannen. Vrouw zijn is in een managementpositie een verzwarende factor, want thuis wachten het gezin, de opvoeding van de kinderen, de boodschappen,… En wat u zegt over zichzelf bewijzen, bestaat wel degelijk. Dat is wellicht nog zo’n dwangmatigheid: “Ik zal eens tonen tot wat ik in staat ben!”. Het is aangetoond: een man die voor 60% aan de criteria voor een job voldoet, voelt zich op zijn plaats. Een vrouw in dezelfde positie, ook al voldoet ze aan alle criteria, zal zich nog steeds in vraag stellen…


 

Dit artikel is verschenen in Artsenkrant van 10 november 2022.

bottom of page