Radioloog Steven Pans verloor zes jaar geleden zijn dochter. Hij heeft lang getwijfeld om zijn verhaal te vertellen in deze reeks. “Je stelt je kwetsbaar op. Maar dat is net de reden waarom ik het doe: ik wil laten zien dat het mag. We zijn artsen, we zijn zorgverleners, maar we zijn ook mensen en mensen mogen zich als mens gedragen.”
“Ik mag wel hopen dat diezelfde mensen de kwetsbaarheid die ik toon, niet zullen gebruiken om te zeggen dat ik een fragiel persoon ben, dat ik geen verantwoordelijkheid aankan of dat de kans reëel is dat ik ga uitvallen. Dat zou jammer zijn. Je kan immers ook denken: wie uit zo’n situatie is rechtgestaan, en zijn kwetsbaarheid deelt, is er sterker uitgekomen en is misschien sterker dan wie zijn kwetsbaarheid niet deelt.”
Zijn kwetsbaarheid, dat is het verlies van zijn dochter op 26 juli 2017. Zijn ex-vrouw bracht hun dochter, bijna 15 op het moment van de feiten, om het leven. De moord, en het assisenproces nadien, kregen destijds veel media-aandacht. Steven Pans: “Plots staat je hele leven tentoongesteld voor iedereen die het lezen, horen of zien wil. Je wordt geconfronteerd met sensatiezucht. Dat is ingrijpend, bovenop het feit dat je je kind kwijt bent. Je zou verwachten dat een kind maar op twee plaatsen echt veilig is, en dat is bij de vader en de moeder. Wat je nooit voor mogelijk acht, gebeurt. Dan sta je voor de vraag: ga ik verder, of niet?”
‘Al snel kwam ik erachter dat het in de eerste plaats op mezelf aankwam. Dat ik erdoor moest, het verdriet niet uit de weg kon gaan’
Soloreizen
Steven Pans: “In je verdriet zoek je heil in allerlei dingen waarvan je hoopt dat ze kunnen verzachten of je tot andere inzichten kunnen brengen. Zo ben ik veel beginnen te lezen over rouw en wat een rouwproces inhoudt. Ik wilde weten wat me te wachten stond. Over veerkracht ook, wat maakt het dat mensen veerkrachtig zijn? Hoe bouw je veerkracht op? Ik heb gesprekken gehad met een psycholoog. Ik heb steun gevonden bij een nieuwe partner. Maar de realiteit is: je kind komt nooit meer terug.”
“Al snel kwam ik erachter dat het in de eerste plaats op mezelf aankwam. Dat ik erdoor moest, het verdriet niet uit de weg kon gaan. Dat laatste heb ik letterlijk genomen; ik ben alleen gaan reizen, recht op mijn verdriet af. In september 2017, twee maanden na de begrafenis, trok ik naar Scandinavië. Je hoort wel eens dat de mensen er anders naar geluk kijken. Ik heb dat daar voor een stuk gevonden; de natuur werkte helend.”
“In november 2017 ben ik twee weken gaan trekken in Nepal. De gesprekken met mijn gids en met de plaatselijke bevolking hebben me veel inzichten gegeven. Het is toen dat ik voor het eerst heb gedacht: hoe hard het ook is, voortleven lijkt toch de moeite waard.”
Dankbaarheid
“Ik heb gekozen om door te gaan in naam van mijn kind. De gedachte dat als ik er niet meer zou zijn, zij dreigde vergeten te worden was mijn voornaamste drijfveer. Ik wou haar kunnen verdedigen op het assisenproces, ik wou haar nog laten voortbestaan.”
“Na haar dood bracht ik een bloem op de markt waarin ik kenmerken van haar herkende, de Elinebloem. Ook is er een fonds opgericht aan KU Leuven ten voordele van de afdeling kinderoncologie en kinderpsychiatrie. Dergelijke kleine projecten deden de zon – al was het maar voor even – opnieuw voor me opgaan.”
“Ik begon lichtpuntjes te zien in het alledaagse. Een mooie zonsondergang. Een wandeling met iemand van wie je houdt. Een kopje koffie in de ochtend. Een mooie zonsopgang. Ervaringen of gebeurtenissen die in eerste instantie klein lijken in het proces van verdriet, onrechtvaardigheid, boosheid, en frustratie, maar die na verloop van tijd kapstokjes worden waar je je dag aan ophangt. Dat vraagt weliswaar volharding, moed, veerkracht en dat allemaal opbouwen is voor iedereen anders.”
“Na mijn dochters dood wilde ik doorgaan voor haar. Vandaag wil ik ook doorgaan voor wat ik nog te geven heb. Wees maar zeker, het blijft een proces van doorzetten. Op sommige momenten kent het verdriet hevige opflakkeringen en de dag nadien word je gewoon weer op het werk verwacht. Dat vraagt veel energie, wat ik dan voor een stuk tracht te compenseren door tijdens de dag zinvolle taken af te werken.”
“Waar of hoe het kan, praten we nog over Eline. Eline heeft een rol in ons huis, in gesprekken steeds. Dat doet mij deugd, en dat is ook een boodschap die ik wil geven: blijf de personen die er niet meer zijn bespreekbaar maken. Ik ben mijn nieuwe partner en mijn pluskinderen heel dankbaar dat zij hier voor openstaan en ook voor hun onvoorwaardelijke steun, elke dag opnieuw.”
‘Blijf niet zitten met je verdriet. Praat erover, zoek hulp. Als je je gevoelens niet kan ventileren, worden ze met de dag groter’
Hoofdarts zijn
“Sinds Eline er niet meer is, neemt dankbaarheid inderdaad een grote plaats in mijn leven in. Ik ben dankbaar dat ik papa mocht zijn. Ik ben dankbaar voor mijn lieve partner. Ik ben dankbaar dat ik de kans gekregen heb om een job te dragen met veel verantwoordelijkheid (dr. Pans is sinds april 2022 medisch directeur-hoofdarts van het Sint-Franciscus Ziekenhuis in Heusden-Zolder).”
“Als hoofdarts vind ik het belangrijk om oog te hebben voor de mens in de arts en zorgverlener. Door wat ik heb meegemaakt, heb ik het gevoel dat ik sneller door mensen kan kijken, en het bijvoorbeeld sneller aanvoel wanneer er onder de oppervlakte iets speelt. Een zeer ervaren docent zei me: ‘Je dochter heeft je sensoren gegeven die anderen naar alle waarschijnlijkheid weinig of niet hebben. Gebruik ze ook.’”
“Dat heb ik gedaan: ik heb me verdiept in thema’s als psychologische veiligheid op de werkvloer, kwetsbaarheid en veerkracht van werknemers, leiderschap, autonomie, traumaverwerking, second victim, open disclosure, conflicthantering, verbindende communicatie enzovoort -- in totaal heb ik misschien zo’n 200 boeken bij elkaar gelezen en een 20-tal opleidingen gevolgd rond deze thema's. Zo boeiend.”
“Mijn streven is om deze thema’s blijvend op de agenda te plaatsen in onze organisatie, in de hoop een beetje meer zachtheid te doen landen in de gezondheidszorg. Ik koester niet de illusie dat dit iets is dat je op korte termijn kan realiseren. Wel geloof dat ik je door elke steen die je legt het water anders kan laten stromen, en dat je daar als hoofdarts het voortouw in kunt nemen.”
“Zoals ik het zie bestaat mijn rol uit verschillende facetten: uiteraard is er de financiële en de logistiek-operationele kant, daarnaast is er een deel beleid voeren. Evenzeer wil ik er mee voor zorgen dat mensen graag in ons ziekenhuis werken en zich hier goed voelen -- zowel artsen als andere medewerkers. Daar hoort ook, en zeker, onder: op een veilige en vertrouwelijke manier kunnen aankaarten als het een keer minder gaat. Tijdens en na covid heeft de gezondheidszorgsector een moeilijke periode gekend. Voor een stuk gaan zorgverleners nog steeds door een rouwproces. Het is belangrijk om daar oog voor te hebben.”
Spreken over rouw
“Dit is de eerste keer na jaren dat ik mijn verhaal vertel in een grote publicatie. Waarom nu? Ik heb er niet echt een antwoord op. Ik heb dikwijls overwogen om mijn ervaringen te delen met lotgenoten. Tot op heden heb ik dat nog niet gedaan. Soms is het moeilijk om erover te spreken, soms niet. Als mensen ernaar vragen, kan ik er doorgaans wel over vertellen.”
“De voorbije jaren heb ik ondervonden dat de maatschappij weinig woorden heeft om over rouw te spreken. Er zijn mensen die je opzoeken, er zijn mensen die je vermijden, er zijn mensen die je willen steunen maar niet weten hoe. Dat is nog een reden waarom ik ervoor kies om mijn verhaal te brengen: ik wil benadrukken dat voor al wie een moeilijke periode doormaakt, elke steunbetuiging waardevol kan zijn. Of het nu in de vorm van een bericht is, een mail, of een gesprek. Daarom: aarzel niet, en vraag die ene persoon eens hoe het gaat.”
“Aan de andere kant: blijf niet zitten met je verdriet. Praat erover, zoek hulp. Als je je gevoelens niet kan ventileren, worden ze met de dag groter. Dat er in de basisscholing en opvoeding van vandaag, en bij uitbreiding in de ganse maatschappij, steeds meer aandacht komt voor het bespreekbaar maken van die gevoelens, is daarom alleen maar toe te juichen.”
Dit artikel is verschenen in Artsenkrant van 17 november 2023.
Comentarios