Het psychische welzijn van artsen, en bij uitbreiding van de zorgverlener, is een brandend actueel thema. Dat bewijst het aantal noodroepen voor Arts in Nood, mede-initiatiefnemer van HealthSpace, dit jaar: 300, een verdubbeling ten opzichte van de voorgaande jaren.
Projectcoördinator Lieve Galle ziet een aantal mogelijke oorzaken voor die forse toename. “De zwaarste coronagolven zijn voorbij, mogelijk is er bij heel wat artsen nu sprake van psychische decompensatie.”
Verder wijst Lieve Galle op de webinars die Arts in Nood vorig jaar lanceerde, met als thema’s burn-out, verslaving, agressie tegen artsen, second victim enz. “Dat kan bijgedragen hebben tot de bespreekbaarheid errond, en de naamsbekendheid van Arts in Nood.”
Ook over de taalgrens is er dit jaar een stijging vast te stellen, merkt Lieve Galle op. “Sinds januari opereert de Franstalige projectcoördinator vanuit een groot Brussels ziekenhuis, mogelijk heeft dat een positief effect op onze toegankelijkheid.”
De meeste artsen die naar de Arts in Nood-hulplijn bellen, doen dat wegens (symptomen van) burn-out. Toegenomen sinds dit jaar, en op de tweede plaats, staan problemen in de organisatie. “Denk aan conflicten met directie en collega’s, hoge werklast door tekort aan artsen enz.”, zegt Lieve Galle.
Jonger dan 40
Zowat een derde van de oproepen komt van huisartsen, een derde van arts-specialisten en een vierde van artsen in opleiding. Zowat de helft van de artsen die inbelt, is dan ook jonger dan 40 jaar. Onder de artsen in opleiding zijn het vooral de arts-specialisten in spe die de telefoon nemen en Arts in Nood contacteren. “Centraal staat vaak de strijd voor een goede work-life balance. Sommige aso's komen in conflict met zichzelf én hun stagecoördinator omdat ze veel wachturen moeten presteren”, licht Lieve Galle toe. “Zo hoorden we getuigenissen van aso’s die wachten moeten doen in naam van een collega-staflid, of om de twee weken een volledig weekend van wacht zijn. Ze hebben geen tijd meer voor vrienden, of zien hun relatie op de klippen lopen. Sommigen kaarten de situatie aan bij hun opleidingsverantwoordelijke, wat soms leidt tot conflicten. Anderen durven die stap niet te zetten en vergaan van de stress.”
Een vierde van de oproepen naar Arts in Nood komt van artsen in opleiding
Ook geneeskundestudenten vinden meer en meer de weg naar Arts in Nood, stelt Lieve Galle vast. “Net als bij de aso’s gaat het vaak over conflicten met de stagecoördinator. Of: twijfels over de studiekeuze. In uitzonderlijke gevallen wil men stoppen. Die twijfels zien we overigens ook terug bij aso’s die inbellen.”
Kijken we specifiek naar de arts-specialisten die hulp zoeken bij Arts in Nood, dan zijn dat voornamelijk gynaecologen, spoedartsen, psychiaters en in mindere mate pediaters, weet Lieve Galle. Zelden tot nooit nemen orthopedisten, cardiologen of algemeen chirurgen contact op.
Andere weg
45% van de oproepen/hulpvragen is ‘afgehandeld’ na het (eerste) telefonische overleg met een van beide projectcoördinatoren. “Sommige artsen hebben er genoeg aan om gewoon eens hun hart te luchten. ‘Ik kan weer voort’, klinkt het dan.” Evenveel hulpbehoevende artsen worden naargelang hun vraag en behoefte doorverwezen naar een ‘vertrouwensarts’, een arts die fungeert als steun en toeverlaat en de arts begeleidt naar een structurele oplossing van zijn of haar probleem. De meerderheid wordt op die manier geholpen, slechts een minderheid wordt verder doorverwezen naar een psycholoog of psychiater.
Een tot twee maanden na het telefonisch overleg, neemt de projectcoördinator opnieuw contact op met de arts in kwestie. Om te vragen hoe het gaat, of de ondersteuning van Arts in Nood geholpen heeft? De overgrote meerderheid is positief over de hulpverlening, zegt Lieve Galle. “Soms gebeurt het dat artsen ons vertellen dat ze een andere weg in de geneeskunde inslaan, en het klassieke -- klinische -- pad verlaten. Als ze maar gelukkig zijn, dat is het belangrijkste.”
Dit artikel is verschenen in Artsenkrant van 22 september 2022, de editie waarin HealthSpace.be gelanceerd werd.
Comments